Onder het toeziend oog van een vader met zijn twee kinderen wordt een dode eik, die al geruime tijd geleden de geest had gegeven, vakkundig door een speciaal bedrijf gekapt.
Naast de eik worden er nog zeven bomen gekapt in het park. Deze waren in zulk een slechte staat dat laten staan op korte termijn onveilig en onverantwoord zou zijn. Komende winter worden er, verspreid over het park, nieuwe bomen voor terug geplaatst waaronder witte kastanje, eik, esdoorn en rode beuk.
De nu toekijkende kinderen kunnen deze nieuwe bomen de komende jaren tot volwassen exemplaren zien uitgroeien.